Financieringspositie
Om de financieringsbehoefte te bepalen, wordt gekeken in welke mate de boekwaarde van de vaste activa en de bouwgronden in exploitaties worden gefinancierd met eigen vermogen (reserves) en lang vreemd vermogen (voorzieningen en langlopende leningen).
Het verwachte financieringstekort/-overschot | |||
Jaar: | Financieringstekort: | Financieringsoverschot: | |
---|---|---|---|
2024 | 40.000.000 | 0 | |
2025 | 44.000.000 | 0 | |
2026 | 44.000.000 | 0 | |
2027 | 45.000.000 | 0 |
Op grond van de ontwikkeling van de financieringsbehoefte voor de komende begrotingsjaren, de huidige liquiditeitspositie (van directe beschikbare geldmiddelen) en ervaringen met het realiseren van verwacht nieuw beleid wordt ingeschat, dat in 2025 voor de financiering een beroep wordt gedaan op de kapitaalmarkt. De gemeente mag een deel van haar financieringsbehoefte opvangen binnen de kasgeldlimiet.
Het financieringstekort vanaf 2025 is te groot om in zijn geheel met kasgeld te financieren. Op basis van de huidige vooruitblik wordt in de loop van 2025 vanwege het oplopende financieringstekort een beroep gedaan op de kapitaalmarkt.
Naar verwachting worden er in 2025 één of meerdere langlopende geldleningen aangetrokken voor een bedrag van circa € 33 miljoen. In 2026 zijn langlopende geldleningen nodig van € 3 miljoen. Dit is het gevolg van de investeringen die voor de komende jaren staan gepland. De komende jaren lopen er enkele grote investeringsprojecten ( o.a. MFC Dodewaard, uitbreiding Pantarijn, VCOG Kesteren en Randweg Opheusden) waardoor er een hoog financieringstekort ontstaat en dus een beroep op de kapitaalmarkt moet worden gedaan.
Met de rentelasten hiervan is in deze begroting rekening gehouden. Dat wil zeggen dat er een forse rentelast is opgenomen voor nog af te sluiten leningen om de investeringen voor de komende jaren te kunnen financieren.
Dit betreft echter een momentopname ten tijde van het opmaken van deze begroting. Hierbij is rekening gehouden met de boekwaarden van de activa, de eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen), de vaste opgenomen geldleningen gedurende het begrotingsjaar 2025 en de meerjarenraming. De ontwikkelingen in de financieringsbehoefte worden gedurende het begrotingsjaar nauwlettend gevolgd.