Veel van onze werkzaamheden zijn gericht op onze inwoners, bedrijven en maatschappelijke partners. Om dit op een adequate en efficiënte wijze te kunnen blijven doen, dienen de interne dienstverlening en bedrijfsvoering binnen onze ambtelijke organisatie goed op orde te zijn. Daar waar nodig zullen efficiency-maatregelen genomen worden om de interne dienstverlening te verbeteren. Een belangrijk kenmerk van het onderdeel bedrijfsvoering binnen de gemeentelijke organisatie is het feit dat dit ondersteunend van aard is. De overhead betreft alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. De gemeente Neder-Betuwe verdeelt de kosten van de overhead in elf categorieën, in navolging van de Notitie Overhead van het BBV. Voor elk van deze categorieën is in onderstaande tabel het budget voor 2025 weergegeven. Vervolgens is weergegeven waar de kosten voor de overhead aan toegerekend worden.
Categorie overhead | Begroting 2025 |
|---|---|
Leidinggevende primair proces | € 1.062.260 |
Financiën, toezicht en controle | € 1.444.076 |
P&O | € 2.895.778 |
Inkoop | € 86.000 |
Communicatie en voorlichting | € 601.142 |
Juridische zaken | € 243.400 |
Bestuurszaken en bestuursondersteuning | € 162.096 |
Informatievoorziening en automatisering | € 2.633.356 |
Facilitaire zaken en huisvesting | € 808.591 |
DIV | € 689.800 |
Managementondersteuning primaire proces | € 1.404.794 |
Totaal | € 12.031.293 |
Doorverdeling van overhead | |
Exploitatie | € 11.309.871 |
Grondexploitatie | € 40.438 |
Rioolheffing | € 165.667 |
Taakveld Ruimtelijke ordening (M3 overeenkomsten) | € 383.411 |
Taakveld Ruimtelijke ordening (M3 leges) | € 57.812 |
Fysieke bedrijfsinfrastructuur incl. Medel | € 74.093 |
Totaal | € 12.031.293 |
Ten opzichte van begrotingsjaar 2024 zijn de overheadkosten 2025 in totaliteit gestegen. Het betreft een bedrag van € 2,6 miljoen.
Voor een groot deel heeft dit te maken met de loonontwikkeling conform het CAO en de verwachte loonstijging 2025. In de eerste bestuursrapportage 2024 hebben we hier een nadeel gemeld van afgerond € 0,4 miljoen vanaf 2025. Gevolg van het feit dat de werkelijke loonontwikkeling conform het CAO hoger was dan de bijstelling van de algemene uitkering. In de kadernota 2025 is op basis van de verwachte loonontwikkeling 2025 (meicirculaire 2024) een nadeel gemeld van € 0,6 miljoen voor 2025. Deze € 0,6 miljoen is in de meicirculaire 2024 gecompenseerd door een hogere algemene uitkering. Per saldo is hier sprake van een nadeel van € 1 miljoen ten opzichte van 2024 dat gerelateerd is aan de loonontwikkeling.
In de kadernota 2025-2028, verwerkt in deze begroting, is tevens melding gemaakt van de kosten voor het nieuwe informatiebeleidsplan. Dit betreft een bedrag van € 0,7 miljoen voor 2025. Ook is in de kadernota extra budget gevraagd voor de formatie-uitbreiding inzake ondersteunende werkzaamheden van € 0,4 miljoen.
Eerder zijn in de tweede bestuursrapportage van 2023, na behandeling van de begroting 2024, diverse overige personeelsbudgetten met € 0,3 miljoen opgehoogd voor 2025 en verdere jaren. De overige € 0,2 miljoen betreffen diverse bijstellingen die in de verschillende planning en controldocumenten zijn bijgewerkt en betrekking hebben op het onderdeel overhead.
De overhead ten opzichte van de totale lasten bedroeg bij de primaire begroting 2024 een percentage van 12,5%. Voor 2025 is nu sprake van een percentage van 15,0%. Dit betekent een toename van 2,5%.