Programma 3 Fysieke leefomgeving

Ambities

Ambities

3.1 Wonen voor iedereen

3.1 Wonen voor iedereen

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daarvoor doen?

Wanneer speelt het?

3.1.1
Betaalbaar wonen voor iedereen

3.1.1.1
We gaan kleinere en goedkopere woningen bouwen

continu

3.1.1.2
We monitoren de lokale woningmarkt.

continu

3.1.1.3
We borgen 30% sociale huurwoningen bij elk nieuwbouwproject en meer (10%) sociale koopwoningen.

continu

3.1.1.6
We maken meerjarenafspraken met woningcorporatie Thius voor de periode 2024 -2027.

2024-2027

3.1.2
Beschikbare woningen voor iedereen

3.1.2.1
We zoeken naar mogelijkheden voor het verbeteren van de doorstroming op de woningmarkt.

2025

3.1.2.2
We doen onderzoek naar mogelijke oplossingen voor woonruimte van spoedzoekers.

afgerond

3.1.2.3
We willen meer levensloopgeschikte of zorgwoningen bouwen.

continu

3.1.2.4
We streven naar 50% toewijzing van woningen voor lokale behoefte.

continu

3.1.3
Vindbare woningen voor iedereen

3.1.3.1
We monitoren het aanbod in de vrije sector.

continu

3.1.3.2
We onderzoeken hoe we eerder kunnen informeren over een sociale huurwoning en de wachtlijst.

afgerond

3.1.3.3
We gaan voorlichting geven over levensloopbestendig wonen aan senioren.

continu

3.1.3.4
We communiceren actief over woningbouw aan inwoners.

continu

3.1.4
Voldoende aanbod wonen dichtbij werk voor arbeidsmigranten

3.1.4.1
We realiseren voldoende nieuwe verblijfplaatsen voor arbeidsmigranten.

2023-2026

3.1.4.2
We voeren een inventarisatie uit naar het aantal arbeidsmigranten bij agrariërs (short stay).

2024

3.1.4.3
We geven uitvoering aan het regionaal convenant arbeidsmigranten.

continu

3.1.5
Rekening houden met specifieke behoeften woonwagenbewoners

3.1.5.1
We realiseren dertien nieuwe standplaatsen voor woonwagenbewoners.

2024-2027

Activiteiten 2025

Voor het bereiken van bovenstaande ambities gaan we het volgende doen in 2025.

3.1.1    Betaalbaar wonen voor iedereen
3.1.1.1 We gaan kleinere en goedkopere woningen bouwen.

De gemeente bouwt zelf geen woningen. Om deze doelstelling te realiseren gaan we elke nieuwe ontwikkeling toetsen aan onze doelgroepenverordening waarin deze beleidsdoelstelling verankerd is.

3.1.1.2 We monitoren de lokale woningmarkt.

We realiseren in 2024 een woonmonitor. Deze zal begin 2025 ook online beschikbaar komen. We gaan deze monitor elke drie maanden van actuele informatie voorzien.

3.1.1.3 We borgen 30% sociale huurwoningen bij elk nieuwbouwproject en meer (10%) sociale koopwoningen.

Dit is geborgd in de doelgroepenverordening. Elke nieuwe ontwikkeling krijgt pas een akkoord als aan deze voorwaarde en andere voorwaarden uit de doelgroepenverordening is voldaan.

3.1.1.6 We maken meerjarenafspraken met woningcorporatie Thius voor de periode 2024-2027.

Eind 2024 stellen we de nieuwe jaarschijf voor 2025 vast. De voortgang wordt elke drie maanden gemonitord samen met Thius in zowel ambtelijke als bestuurlijke overleggen.

3.1.2    Beschikbare woningen voor iedereen
3.1.2.1 We zoeken naar mogelijkheden voor het verbeteren van de doorstroming op de woningmarkt.

Bij nieuwe initiatieven sturen we op het bouwen van starters- en seniorenwoningen en we onderzoeken de mogelijkheden voor woningsplitsing en stellen hier kaders voor op.

3.1.2.2 We doen onderzoek naar mogelijke oplossingen voor woonruimte van spoedzoekers.

Voor spoedzoekers is er de urgentieregeling via de woningcorporatie. Uit onderzoek blijkt dat deze regeling afdoende is. In 2025 zijn geen aanvullende maatregelen noodzakelijk.
Voor spoedzoekers die niet onder deze regeling vallen wordt altijd naar een maatwerkoplossing gezocht. Dit betreft een zeer gering aantal.

3.1.2.3 We willen meer levensloopgeschikte of zorgwoningen bouwen.

Wij stellen een woonzorgvisie op met als doel invulling te geven aan de opgave voor wonen en zorg. Daarnaast onderzoeken we of aantallen opgenomen kunnen worden in de doelgroepenverordening.

3.1.2.4 We streven naar 50% toewijzing van woningen voor lokale behoefte.

We hebben hierover periodiek contact met de woningcorporatie. Deze doelstelling staat voor 2024 maar dit is een doelstelling voor meerdere jaren en is vastgelegd in de prestatieafspraken met Thius. De 50% toewijzing heeft betrekking op sociale huurwoningen. In 2025 wordt wetgeving verwacht waarmee gemeenten instrumenten krijgen om meer regie op de volkshuisvesting te krijgen. Deze zullen in 2025 in een huisvestingsverordening aan de raad voorgelegd worden.

3.1.3    Vindbare woningen voor iedereen
3.1.3.1 We monitoren het aanbod in de vrije sector.

Vanaf begin 2025 zal de woonmonitor online beschikbaar komen. Deze zal elke 3 maanden met actuele cijfers aangevuld worden.

3.1.3.2 We onderzoeken hoe we eerder kunnen informeren over een sociale huurwoning en de wachtlijst.

Op onze website is hierover alle informatie te vinden en er staan directe links naar de websites van de betrokken organisaties. Het systeem van de wachtlijst bestaat al zo lang dat dit bij de inwoners goed bekend is. Hierop is in 2025 geen actie vereist.

3.1.3.3 We gaan voorlichting geven over levensloopbestendig wonen aan senioren.

In 2025 gaan we in overleg met de woningcorporatie kijken hoe we hier vorm aan geven. Het wordt opgenomen in de jaarschijf 2025 die bij de meerjarenprestatieafspraken met Thius hoort.

3.1.3.4 We communiceren actief over woningbouw aan inwoners.

We communiceren hierover via de openbare bekendmakingen en in de lokale media. Participatie door de omgeving is een vast onderdeel van elk woningbouwproject en wordt per project vastgelegd in overeenkomsten met de ontwikkelaars.

3.1.4    Voldoende aanbod wonen dichtbij werk voor arbeidsmigranten
3.1.4.1 We realiseren voldoende nieuwe verblijfplaatsen voor arbeidsmigranten.

De gemeente realiseert zelf geen verblijfplaatsen maar is afhankelijk van initiatieven van derden. Er is een aantal initiatieven die de gemeente op wenselijkheid en haalbaarheid toetst. In de gemeente zijn structureel meer verblijfplaatsen nodig om de internationale werknemers die nu bij ons werken te huisvesten. Hier wordt ook in 2025 actief aan gewerkt. Onder andere in een samenwerking met Tiel om een locatie voor arbeidsmigranten te realiseren. Wij blijven voor het realiseren van huisvesting voor internationale werknemers afhankelijk van initiatieven van derden die bij ons worden ingediend. Deze initiatieven beoordelen wij op haalbaarheid en faciliteren en begeleiden wij bij een ‘go!’ zo goed als mogelijk naar de eindstreep (realisatie).   

3.1.4.2 We voeren een inventarisatie uit naar het aantal arbeidsmigranten bij agrariërs (short stay).

Wij willen onze lokale agrariërs waar mogelijk ondersteunen bij het huisvesten van arbeidsmigranten op eigen terrein, zowel als het gaat om short stay als een langer verblijf (bv. in het geval van de inzet van arbeidsmigranten bij laanboombedrijven). Voor kortdurend verblijf gelden andere beleidsregels en normen. Vanuit de Rijksoverheid wordt dit aangescherpt. Het gaat in eerste instantie om een inventarisatie van de omvang van de benodigde huisvesting en om de voorwaarden waaronder deze huisvesting mogelijk is. Bij de inventarisatie in 2025 vragen we de benodigde informatie op om dit te kunnen doen.  

3.1.4.3 We geven uitvoering aan het regionaal convenant arbeidsmigranten.

Regionaal (Regio Rivierenland) werken we met de gemeenten samen om het goed te organiseren voor de internationale werknemers en de ondernemers. Deze samenwerkingen en afspraken zijn geborgd in een convenant. In de komende jaren gaan we die afspraken omzetten naar de praktijk. Een belangrijk punt hierbij is of we aansluiten bij een regionaal digitaal nachtregister voor arbeidsmigranten die hier minder dan 4 maanden verblijven. Een aantal gemeenten in de regio overweegt dit.

3.1.5    Rekening houden met specifieke behoeften woonwagenbewoners
3.1.5.1 We realiseren dertien nieuwe standplaatsen voor woonwagenbewoners.

De beoogde locaties zijn bekend en openbaar gemaakt. De omwonenden worden meegenomen in de plannen. In 2025 zullen de haalbaarheidsonderzoeken afgerond worden en bij een positief ambtelijk advies wordt gestart met de realisatie.

Ontwikkelingen voor 2025

Wet betaalbare huur ingevoerd
In juli 2024 is de Wet goed verhuurderschap uitgebreid met de Wet betaalbare huur. Dit geeft de gemeente extra taken op het gebied van naleving en handhaving.

Wet versterking regie volkshuisvesting verwacht
In 2025 wordt de Wet versterking regie volkshuisvesting verwacht. Dit geeft de gemeente meer sturingsinstrumenten op hoeveel, waar en voor wie er gebouwd gaat worden. Deze instrumenten moeten we als gemeente vastleggen in een Huisvestingsverordening en mogelijk een vergunningsysteem.

3.2 Onze openbare ruimte is heel, schoon en veilig en bereikbaar voor iedereen

3.2 Onze openbare ruimte is heel, schoon en veilig en bereikbaar voor iedereen

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daarvoor doen?

Wanneer speelt het?

3.2.1
Veilig en goed onderhouden wegennet

3.2.1.1
We continueren de uitvoering van het Neder-Betuws Verkeer- en Vervoerplan.

continu

3.2.1.2
We realiseren een randweg Opheusden voor het ontlasten van de kern Opheusden en de ontsluiting van het Tree Valley Business Centre. Daarnaast creëren we de mogelijkheid om wijk Herenland aan te sluiten op de randweg.

2024-2027

3.2.1.3
We volgen de ontwikkelingen rond de verbreding van de Rijnbrug

2024 e.v.

3.2.1.4
We onderzoeken een betere ontsluiting van Ochten-Oost en -Noord.

2023 e.v.

3.2.1.5
We onderzoeken een goede verbinding voor langzaam verkeer tussen Casterhoven en andere delen van het dorp Kesteren.

2024 e.v.

3.2.2
Goede bereikbaarheid openbaar vervoer

3.2.2.1
We lobbyen voor korte reistijden naar de centrumgemeenten.

2023 e.v.

3.2.2.2
We zetten ons in voor behoud van goede en duurzame veerverbindingen.

2023 e.v.

3.2.3
Effectieve en efficiënte inrichting en beheer openbare ruimte

3.2.3.1
We gaan uitvoering geven aan het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR).

continu

3.2.3.2
Bij nieuwbouwlocaties houden we rekening met
voldoende en aaneengesloten speelplekken.

2025 en 2026

3.2.3.3
We voeren een communicatiecampagne uit met het doel zwerfafval tegen te gaan.

2024 e.v

3.2.3.4
We onderzoeken hoe we op een respectvolle manier voldoende ruimte kunnen houden op de gemeentelijke begraafplaatsen.

continu

3.2.3.5
We onderzoeken hoe we de kwaliteit van het openbaar groen kunnen verbeteren tegen lagere beheerkosten.

continu

3.2.3.6
We gaan uitvoering geven aan de 1e fase van het baggerplan voor de B- en C-watergangen.

2023-2025

3.2.3.7
We geven een vervolg aan de doorstart van het honden(poep)beleid

2023-2025

3.2.3.8
We halen de beeldbepalende beheertaken weg bij AVRI-IBOR en gaan deze onder eigen regie uitvoeren.

2025 e.v.

3.2.3.9
We geven uitvoering  aan het Speelruimteplan 2024-2027 (11 speelplekken herinrichten)

2025

3.2.3.10
We starten in 2025 met de revitalisering van de Nassaulaan, De Leede en Dichterswijk in Kesteren.

2025 e.v.

3.2.3.11
We gaan de brug Betuwesingel Echteld vervangen.

2025-2026

3.2.3.12
We gaan een voetgangersbrug met aansluitende paden, aanleggen (ommetje Casterhoven). Dit draagt ook bij aan de ambitie 4.2 We vergroten de aantrekkelijkheid van ons gebied voor inwoners en bezoekers

2025

3.2.4
Sober en doelmatig beheer gemeentelijke gebouwen

3.2.4.1
We voeren het Beheerplan duurzaam meerjarig onderhoud gemeentelijke gebouwen uit. (Deze activiteiten zijn verder uitgewerkt in Programma 6.)

2022-2025

3.2.5
De groene uitstraling van de gemeente verhogen

3.2.5.1
Om het aanzien rond de toegangswegen en dorpscentra
te verhogen gaan wij het onderhoudsniveau van groen en verharding naar A niveau brengen/verhogen.

2025 e.v.

Activiteiten 2025

Voor bet bereiken van bovenstaande ambities gaan we het volgende doen in 2025.

3.2.1    Veilig en goed onderhouden wegennet
3.2.1.1 We continueren de uitvoering van het Neder-Betuws Verkeer- en Vervoerplan.

Voor 2025 staat onder meer gepland dat wij de volgende 60 km-wegen veiliger gaan inrichten; Leigraafseweg (Dodewaard), Lageveldseweg (Kesteren) en Marktstraat-Verlengde Melkdreef (Ochten). Ook de Spoorstraat in Kesteren wordt duurzaam veilig(er) ingericht. Verder gaan wij pro-actief laadpalen plaatsen. Tot slot worden actuele knelpunten naar aanleiding van meldingen opgelost en vinden reguliere campagnes plaats.

3.2.1.2 We werken verder aan het opstellen van een definitief ontwerp voor de randweg Opheusden.

Het bestemmingsplan Randweg Opheusden is onherroepelijk geworden. In 2025 werken we verder aan het Definitief Ontwerp en de opdrachten uit het grondverwervingsdossier.

3.2.1.3 We volgen de ontwikkelingen rond de verbreding van de Rijnbrug

Het is de ambitie van de beide provincies om nog in deze statenperiode de uitvoering van de verbreding te starten. Via reguliere overleggen en contacten zullen we de voortgang hiervan monitoren en waar nodig adequaat faciliteren (bijv. aanleveren van gevraagde input voor procedures e.d.).

3.2.1.4 We onderzoeken een betere ontsluiting van Ochten-Oost en -Noord.

In 2025 zal de gebiedsvisie worden afgerond en worden gestart met het opstellen van een tracébesluit en een omgevingsplan.

3.2.1.5 We onderzoeken een goede verbinding voor langzaam verkeer tussen Casterhoven en andere delen van het dorp Kesteren

In het verleden bent u middels raadsinformatiebrieven op de hoogte gebracht over het onderzoek en de gesprekken die hebben plaatsgevonden. De uitkomsten bieden voldoende ruimte om in 2025 met ProRail verder te werken aan de voorbereiding van de verbreding van de spoorwegovergang aan de Hoofdstraat.

3.2.2    Goede bereikbaarheid openbaar vervoer
3.2.2.1 We lobbyen voor korte reistijden naar de centrumgemeenten.

In december 2024 gaat de nieuwe provinciale OV-concessie in Rivierenland van start. Op dit moment is de (nieuwe) concessiehouder/vervoerder niet bekend. In het eisenpakket is vastgelegd dat er aandacht moet zijn voor de bereikbaarheid van het platteland. Begin 2025 zullen we met de concessiehouder in gesprek gaan over diens voornemens m.b.t. de nieuwe concessie (o.a. voorgenomen dienstregeling 2026) en bekijken wat de consequenties zijn voor de bereikbaarheid van de gemeente.

3.2.2.2 We zetten ons in voor het behoud van goede en duurzame veerverbindingen.

We hebben twee keer per jaar een overleg met de gemeente Wageningen en de veerexploitant over een gezonde(re) financiële exploitatie van het veer Opheusden - Wageningen. We ondersteunen het veer financieel en vragen ook subsidie aan bij de provincie. De provinciale ondersteuning is alleen voor veren met een tekort boven € 50.000. Dit is voor het veer Opheusden – Wageningen het geval.

3.2.3    Effectieve en efficiënte inrichting en beheer openbare ruimte
3.2.3.1 We gaan uitvoering geven aan het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR).

Het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR) is doorontwikkeld in een Meerjarig Investeringsprogramma (MJIP). In Paragraaf 3 Onderhoud Kapitaallasten van deze Programmabegroting gaan we uitgebreid in op het IBOR en de verschillende onderdelen daarvan.

3.2.3.2 Bij nieuwbouwlocaties houden we voldoende rekening met aaneengesloten speelplekken.

In 2024 heeft de raad het nieuwe speelruimteplan vastgesteld. Hierdoor is er een goede basis om in 2025 de ambitie om te zetten in de daadwerkelijke aanleg van voldoende bruikbare speelplekken bij nieuwbouwprojecten. De komende twee jaren gaan we de speelplekken ontwerpen en aanleggen in Casterhoven (nieuwbouwontwikkeling). 

3.2.3.3 We starten een communicatiecampagne met het doel zwerfafval tegen te gaan.

Communicatie rond zwerfafval is een doorlopend proces. Met name voor schoolgaande jeugd en jongeren kan bewustwording een verschil maken. Wij zetten de eerder gestarte campagnes in 2025 voort.

3.2.3.4 We onderzoeken hoe we op een respectvolle manier voldoende ruimte kunnen houden op de gemeentelijke begraafplaatsen.

De beschikbare capaciteit wordt continu gemonitord conform beheerplan.

3.2.3.5 We onderzoeken hoe we de kwaliteit van het openbaar groen kunnen verbeteren tegen lagere beheerkosten.

In 2025 continueren we de samenwerking met het Tree Center Opheusden om het snoeiplan van gemeentelijke bomen te optimaliseren. We gaan verder met de plantvakrenovaties om beheerkosten te drukken. Hiervoor wordt onderhoudsvriendelijke beplanting gekozen. (Zie ook 3.2.3.8)

3.2.3.6 We gaan uitvoering geven aan de 1e fase van het baggerplan voor de B- en C-watergangen.

De 1e fase van de baggerwerkzaamheden is in 2024 uitgevoerd en afgerond. Voor 2025 staan er geen werkzaamheden gepland. De volgende en laatste fase staat, conform het Meerjaren Baggerplan, gepland vanaf 2029.

3.2.3.7 We maken een doorstart met het honden(poep)beleid

In 2025 gaan we verder met de uitvoering van het honden(poep)beleid. We zijn bezig met het optimaliseren van bestaande hondenvoorzieningen en het toevoegen van extra voorzieningen.

3.2.3.8 We halen de beeldbepalende beheertaken weg bij AVRI-IBOR en gaan deze onder eigen regie uitvoeren.

Na een positief besluit van de raad kan worden gestart met de transitie. Inzet is om de contracten met derden op 1 januari 2025 weer in eigen beheer uit te voeren. De overgang van het personeel en bijbehorende taken naar Neder-Betuwe zal uiterlijk op 1 januari 2026 plaatsvinden. De bestaande Dienstverleningsovereenkomst (DVO) met Avri blijft, in aangepaste vorm, van kracht. In overleg met Avri worden taken gefaseerd teruggehaald.

3.2.3.9 Conform het speelruimteplan gaan we totaal 11 speelplekken herinrichten (uitvoering Speelruimteplan 2024-2027)

Bij de herinrichting van 11 bestaande speelplekken houden we rekening met impulsen voor groen, bewegen en inclusiviteit. En bij de voorbereiding kijken we naar wensen vanuit andere beleidsvelden voor een slimme samenwerking.  

3.2.3.10 We starten in 2025 met de revitalisering van de Nassaulaan, De Leede en Dichterswijk in Kesteren.

De nutsbedrijven (gas, elektra, water, telecommunicatie) zijn gestart met de werkzaamheden aan de Dichterswijk en Romeinsebuurt. Ook is het bestek, samen met de bijbehorende tekeningen opgesteld. De uitvoering van het project begint in april 2025 en wordt in twee fasen opgesplitst. De werkzaamheden gaan het eerst van start in de Romeinsebuurt. In 2025 zullen de werkzaamheden aan De Nassaulaan en De Leede van start gaan. Nadat de nutsbedrijven na de zomer aan de slag gaan, zullen vervolgens de civiele werkzaamheden beginnen.

3.2.3.11 We gaan de brug Betuwesingel Echteld vervangen.

In samenwerking met de belangenvereniging Lingemeer zal in 2025 het ontwerp en de werkvoorbereiding plaatsvinden. De uitvoering van de werkzaamheden staat gepland voor 2026.

3.2.3.12 We gaan een voetgangersbrug met aansluitende paden, aanleggen (ommetje Casterhoven).

We gaan een ommetje realiseren, waarin een wandelbrug is opgenomen in de wijk Casterhoven. De wandelroute en wandelbrug zijn niet bedoeld voor fietsers, auto’s enz. De brug wordt aangelegd over de A-watergang aan de noordzijde in Casterhoven. Aansluitend komt er een wandel-/struinpad richting de Hoofdstraat. De voorbereidingen staan gepland voor de eerste helft van 2025 (o.a. een burgerparticipatieproject). De realisatie zal in de tweede helft van het jaar plaatsvinden.

3.2.4    Sober en doelmatig beheer gemeentelijke gebouwen
3.2.4.1 We voeren het Beheerplan duurzaam meerjarig onderhoud gemeentelijke gebouwen uit.

(Deze activiteiten zijn verder uitgewerkt in Programma 6.)

Naast het dagelijks monitoren op storingen bij gemeentelijke gebouwen, ligt de focus op het meerjarig groot onderhoud aan diverse welzijns-, binnensport- en gemeentelijke gebouwen (gemeentehuis en gemeentewerven) en cultureel en historisch erfgoed zoals kerktorens en monumenten in de openbare ruimte. We continueren in 2025 de voorbereidingen voor het nieuwe beheerplan (2026-2029). Onafhankelijk uit te voeren inspecties moeten daarbij een beeld verschaffen over de staat van de gemeentelijke gebouwen en daarbij behorende installaties en terreinen.

3.2.5    De groene uitstraling van de gemeente verhogen
3.2.5.1 Om het aanzien rond de toegangswegen en dorpscentra te verhogen gaan wij het onderhoudsniveau van roen en verharding naar A niveau brengen/verhogen.

In de komende maanden werken we hiervoor een bestuursopdracht uit. Daaropvolgend zal de planvorming (een visie op de toegangswegen) met een extern ontwerpbureau opgesteld worden. Een afbakening en scope van de toegangswegen wordt dan gemaakt. We verwachten dat, op basis van deze visie, de uitvoering in 2026 van start kan gaan om het aanzien van de toegangswegen en dorpscentra te verbeteren.

Ontwikkelingen voor 2025

Nieuwe concessie openbaar vervoer
In december 2025 gaat de nieuwe concessie van het openbaar vervoer in, die loopt tot eind 2035. Een optie tot verlenging is mogelijk. Er zijn drie inschrijvingen waaronder ook de huidige vervoerder Arriva. In de loop van 2025 zal meer duidelijk worden wat dit betekent voor de nieuwe dienstregeling.

Dijkversterking Waalbandijk
In 2025 zal daadwerkelijk gestart worden met de werkzaamheden t.b.v. de dijkversterking Waalbandijk. Er wordt gestart aan de westkant van de gemeente.
De weg zal ingericht worden volgens het concept van de Gastvrije Waaldijk.

Actualiseren assetsheets
De assetsheets die bij het IBOR-plan horen, worden geactualiseerd om ervoor te zorgen dat alle informatie actueel en accuraat is, zodat deze weer aansluiten bij de nieuwste marktontwikkelingen, vastgestelde thema's en financiële richtlijnen.

3.3 We willen een duurzame gemeente zijn, klaar voor de toekomst

3.3 We willen een duurzame gemeente zijn, klaar voor de toekomst

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daarvoor doen?

Wanneer speelt het?

3.3.1
Duurzame en gezonde leefstijl

3.3.1.1
We geven eenvoudige oplossingen voor een duurzame leefstijl. (Meer over gezondheid vindt u terug onder ambitie 5.2 Inwoners van Neder-Betuwe leven gezond en zijn vitaal).

2023-2026

3.3.1.2
We realiseren meer openbare laadpalen voor elektrisch vervoer.

2023-2026

3.3.2
Verlagen van het energieverbruik

3.3.2.1
We stimuleren het gebruik van subsidieregelingen voor het uitvoeren van maatregelen die bijdragen aan een laag energieverbruik.

2023-2026

3.3.2.2
We voeren onze Warmtetransitievisie uit.

2023-2026

3.3.2.3
We zetten ons in voor de bestrijding van energiearmoede bij onze inwoners.

2023-2026

3.3.2.4
Wij maken een energievisie en programma warmte en energie

2024-2025

3.3.2.5
Via de pilot Energie Expertteam Rivierenland ondersteunen wij samen met VNO NCW en S-tec ondernemers bij de verduurzamingsopgave.                                         

2024 - 2026

3.3.3
Toekomstbestendige leefomgeving

3.3.3.1
We bevorderen een groene, schaduwrijke leefomgeving.

continu

3.3.3.2
Bij de herinrichting van wijken treffen we klimaatbestendige maatregelen die zijn afgestemd op extremer weer.

continu

3.3.3.3
We plaatsen meer groen in woonwijken, vooral met bomen.

2023-2026

3.3.4
Circulaire samenleving

3.3.4.1
We stimuleren hergebruik van verpakkingen (en het minder gebruik maken van wegwerpverpakkingen).

2023-2026

3.3.4.2
We stimuleren de recycling van grondstoffen.

2023-2026

3.3.4.3
We verminderen ons restafval.

continu

3.3.5
Nieuwe energievormen

3.3.5.1
We stimuleren het overschakelen van fossiele energie naar duurzame bronnen.

continu

3.3.5.2
We zetten in om bij windmolens op land minimaal 50% ten goede te laten komen aan de lokale gemeenschap.

2023-2026

3.3.5.3
We gaan in overleg om knelpunten op het elektriciteitsnet te verminderen en de situatie te verbeteren.

2023-2026

3.3.5.4
We stimuleren innovatie samen met lokale ondernemers.

continu

3.3.6
Een klimaat-adaptief Neder-Betuwe

3.3.6.1
We intensiveren de samenwerking in regionaal verband, zodat we effectief kunnen werken en samen kansen verzilveren om Rijkssubsidies voor klimaatadaptatie binnen te halen.

2025 e.v.

Activiteiten 2025

Voor het bereiken van bovenstaande ambities gaan we het volgende doen in 2025.

3.3.1   Duurzame en gezonde leefstijl
3.3.1.1 We geven eenvoudige oplossingen voor een duurzame leefstijl.

In 2025 continueren we de communicatiecampagne 'samendetoekomst.nl'. De huidige ondersteunende voorzieningen als de duurzaamheidsleningen, het Energieloket en de subsidieregelingen lopen in 2025 door. Met deze campagne geven we concrete handvatten (en financieringsmogelijkheden) aan inwoners en ondernemers voor duurzame en gezonde keuzes.

3.3.1.2 We realiseren meer openbare laadpalen voor elektrisch vervoer.

Zoals vastgesteld in de concessie worden jaarlijks 12 tot 16 laadpalen proactief geplaatst. Daarnaast plaatsen we palen op verzoek van bewoners met een laadbehoefte.

3.3.2    Verlagen van het energieverbruik
3.3.2.1 Maatregelenpakket inwoners energiebesparende maatregelen

In 2025 voeren we het Nationaal IslolatieProgramma (NIP) en de lokale subsidieregeling voor duurzaamheidsmaatregelen door woningeigenaren uit. We bereiden de aanvraag voor de tweede tranche NIP voor.

3.3.2.2 We voeren onze Warmtetransitievisie uit.

Wij voeren het uitvoeringsprogramma Warmtetransitie 1.0 uit met als doel Neder-Betuwe uiterlijk in 2050 van het aardgasnet af te kunnen sluiten. In de eerste fase ligt de focus op het verminderen van het verbruik van energie door onder andere beter geïsoleerde woningen. Ook moeten we verplicht onze warmtetransitievisie actualiseren in een programma Warmte (zie 3.3.2.4). In 2025 verkennen en bereiden wij een soortenmanagementplan (SMP) voor dat moet leiden tot het verbeteren en in stand houden van beschermde dieren- en plantensoorten in relatie tot onder andere isolatiemaatregelen.

3.3.2.3 We zetten ons in voor de bestrijding van energiearmoede bij onze inwoners.

In navolging op het fixproject geven we in 2025 verder uitvoering aan het programma EnergieVitaal, waarbij inwoners met energiearmoede ondersteund worden met gemiddelde tot grote maatregelen (isolatie, ventilatieboxen, energiezuinige apparaten, etc.). Deze regeling stopt per eind 2025 (rijksoverheid).

3.3.2.4 Wij maken een energievisie en programma Warmte & Energie

Onder deze activiteit is ook de ambitie Actualiseren en herijken programma duurzaamheid uit de kadernota2025 opgenomen.
De energievisie vervangt de Klimaatnota die in 2025 afloopt. In de energievisie focussen we ons op het energiesysteem van de toekomst en welke keuzes Neder-Betuwe daarin kan en moet maken. De energievisie vertalen wij in een programma Warmte & Energie. Dit is verplicht gesteld door het Rijk (voorheen bekend als aardgasvrije wijken). In het programma concretiseren wij de acties en maatregelen die nodig zijn om de visie uit te voeren.

3.3.2.5 Via de pilot Energie Expertteam Rivierenland ondersteunen wij samen met VNO-NCW en S-tec ondernemers bij de verduurzamingsopgave.

Ondernemers kunnen energieadvies krijgen om hun bedrijfsvoering te verduurzamen. In 2025 bekijken wij de financiering voor de komende jaren via het groeifonds.

3.3.3    Toekomstbestendige leefomgeving
3.3.3.1 We bevorderen een groene, schaduwrijke leefomgeving.

Om voorbereid te zijn op het veranderend klimaat volgen wij de lijn die is ingezet door de lokale adaptatiestrategie. In de openbare ruimte hebben wij hiervoor nadrukkelijk aandacht (zie 3.3.3.3) en daarnaast hebben we een subsidieregeling voor inwoners die hun eigen terrein willen vergroenen.

3.3.3.2 Bij de herinrichting van wijken treffen we klimaatbestendige maatregelen die zijn afgestemd op extremer weer.

Bij de herinrichting van wijken kijken we integraal naar de toekomstige opgaven waar we voor staan, waaronder grotere weersextremen. Om deze te ondervangen vragen wij aandacht voor waterberging, afwatering en het tegengaan van potentiële hitte-problematiek (zie ook 3.3.3.1). Daarnaast zorgen wij voor beplanting die beter bestand is tegen droogte.

3.3.3.3 We plaatsen meer groen in woonwijken, vooral met bomen.

In lijn met 3.3.3.1 en met aandacht voor de lokale biodiversiteit breiden wij het bestaande groen waar mogelijk uit en pakken wij bij de herinrichting van wijken verdere vergroening mee in alle projectfasen. Door participatie komen we samen met de inwoners tot een groenere, toekomstbestendige en leefbare omgeving waar het prettig wonen is.

3.3.4    Circulaire samenleving
3.3.4.1 We stimuleren hergebruik van verpakkingen (en het minder gebruik maken van wegwerpverpakkingen).

Naar aanleiding van de recente discussies die spelen rond PMD-afval heeft de VNG begin 2024 de Ketenovereenkomst Verpakkingen 2020-2029 tussentijds opgezegd. Via Avri zijn nieuwe onderhandelingen voor betere afspraken gestart. Wij haken aan bij landelijk beleid dat voorziet in het stimuleren van een betere omgang met onder andere verpakkingen.

3.3.4.2 We stimuleren de recycling van grondstoffen.

Samen met lokale verenigingen proberen wij het recyclen en hergebruiken van materialen te stimuleren. Hiervoor verkennen wij in samenwerking met Avri de "Geef het door"-tas voor kleine afvalstromen. In 2025 gaan wij hiermee verder. We hebben de ambitie om uiteindelijk in alle dorpskernen deze mogelijkheid te bieden. Uiteindelijk moet deze manier van inzamelen ook helpen 3.3.4.3 te verwezenlijken.

3.3.4.3 We verminderen ons restafval.

Samen met Avri zijn we trots op de relatief lagere hoeveelheid restafval van onze inwoners in vergelijking met landelijke cijfers. Maar tegelijkertijd zien we een stagnatie in het scheidingspercentage en de hoeveelheid vervuiling in bijvoorbeeld het PMD-afval baart zorgen. Om deze cijfers te verbeteren werken we samen met Avri aan betere communicatie over afval en het belang van afvalscheiding. In 2025 gaan we verder met de reeds opgezette handhavingscampagnes en de samenwerking met verenigingen (o.a. "Geef het door" - tas, zwerfafvalroutes en adoptie containers).

3.3.5    Nieuwe energievormen
3.3.5.1 Afbouwen afhankelijkheid van fossiele brandstoffen

We geven verdere uitvoering aan het Plan verduurzaming gemeentelijke gebouwen dat door uw raad is vastgesteld op 8 februari 2024. Door onze gebouwen te verduurzamen kunnen de CO uitstoot en de energiekosten verlaagd worden. In en op de gemeentelijke gebouwen zoeken we naar energiezuinige oplossingen zoals verdere toepassing van LED verlichting en -waar mogelijk- de uitbreiding van het aantal zonnepanelen. In 2025 bereiden we de verduurzaming van de sporthal De Leede, Gymzaal Echteld en Gymzaal Hoenderik voor.

3.3.5.2 We zetten in om bij windmolens op land minimaal 50% ten goede te laten komen aan de lokale gemeenschap.

Bij Energiepark Echteld-Lienden en Windpark Midden Betuwe zetten wij in op een goede financiële participatie. Dit doen we samen met energiecoöperaties Betuwewind en Echteld-Lienden.

3.3.5.3 We gaan in overleg om knelpunten op het elektriciteitsnet te verminderen en de situatie te verbeteren.

Met Liander zijn wij in overleg om het onderstation Dodewaard te verzwaren. Wij voeren de ruimtelijke procedure uit. Samen met Liander en Tennet verkennen wij locaties voor een nieuw 380 kV station voor het landelijke netwerk. Via het regionale traject integraal programmeren werken wij aan de inrichting van het energiesysteem in de regio. Het gaat hierbij om een perspectief voor de lange termijn en tegelijkertijd korte termijn acties voor het oplossen van de huidige knelpunten.

3.3.5.4 We stimuleren innovatie samen met lokale ondernemers.

Ondernemers kunnen terecht bij Duurzaam Ondernemers Energieteam (DOE) voor onafhankelijk advies over energiemaatregelen (ook in relatie tot nestcongestie). De advisering wordt ook ingezet om ondernemers te ondersteunen en te ontzorgen bij het realiseren van plannen.

3.3.6    Een klimaat-adaptief Neder-Betuwe
3.3.6.1 We intensiveren de samenwerking in regionaal verband, zodat we effectief kunnen werken en samen kansen verzilveren om Rijkssubsidies voor klimaatadaptatie binnen te halen.

Het regionale samenwerkingsverband Klimaat Actief Rivierenland weet door gezamenlijk op te trekken resultaten te boeken. Hiervoor is budget gereserveerd. Maar om nog beter aan onze opgave te voldoen gaan we intensiever samenwerken. In 2025 pakken we regionaal projecten op, en kunnen we door de Samenwerkingsagenda 2024-2030 structureler rekenen op inzet van de partners in de regio. De raad informeren wij over ontwikkelingen via nieuwsberichten, naast een jaarlijks verslag van de voortgang.

3.3.7    Actualiseren en herijken programma duurzaamheid
3.3.7.1 De ontwikkelingen binnen klimaat en duurzaamheid gaan razendsnel. We zorgen ervoor dat we onze middelen zo efficiënt mogelijk af kunnen stemmen op de mogelijkheden.

Deze ambitie komt uit de Kadernota 2025. We stellen voor deze niet zelfstandig op te nemen maar te integreren in ambitie 3.3.2.4.

Ontwikkelingen voor 2025

Medio 2025 loopt de (regionale) concessie met Vattenfall InCharge voor de realisatie van publieke laadpalen af.
Vanuit de deelnemende partijen (w.o. gemeenten) was er brede consensus om dit met 2 jaar te verlengen. Inmiddels is hierover met Vattenfall een akkoord gesloten. Dit houdt in dat per 1 juli 2025 de plaatsingstermijn van de concessie met Vattenfall met 2 jaar wordt verlengd. De komende twee jaren kunnen er dus via Vattenfall openbare laadpalen gerealiseerd worden. Dit kunnen zowel proactieve palen zijn, als palen op aanvraag van bewoners. Vanuit de kant van de aanbieder wordt ook gekeken naar netbewust (slim) laden.

3.4 We zorgen voor samenhang tussen de huidige omgevingskwaliteit en toekomstige functies ter vervulling van maatschappelijke behoeften

3.4 We zorgen voor samenhang tussen de huidige omgevingskwaliteit en toekomstige functies ter vervulling van maatschappelijke behoeften

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daarvoor doen?

Wanneer speelt het?

3.4.1
Gezonde en kwalitatieve leefomgeving

3.4.1.1
De bodemkwaliteit wegen we integraal mee. (aanvullingsspoor Bodem Omgevingswet).

2024 e.v.

3.4.1.2
Actualiseren Welstandsnota.

2024 e.v.

3.4.1.3
We hebben zorg voor een schone lucht (o.a. stookbeleid).

continu

3.4.2
Omgaan met de schaarse ruimte

3.4.2.1
Keuzes maken welke functies wel/niet in het buitengebied.

2024 e.v.

3.4.2.2
Regionaal samenwerken aan complexe opgaven.

2024 e.v.

3.4.2.3
De gemeente draagt als stakeholder bij aan een integrale afweging voor de drinkwaterreserveringsgebieden.

2024 e.v.

3.4.3
Planvorming en regels Omgevingswet op orde

3.4.3.1
Eén gemeentedekkend Omgevingsplan in fases.

2024 e.v.

3.4.3.2
Juridische regels omzetten in ‘toepasbare regels’: gebruiksvriendelijk en leesbaar.

2024 e.v.

3.4.3.4
We gaan (bestaande) regelgeving en (lokale) beleidsdoelen vertalen naar toepasbare regels in het omgevingsplan.

2025 e.v.

3.4.4
Nuchter natuur- en stikstofbeleid

3.4.4.1
Toekomstperspectief bieden voor agrariërs, met ruimte voor bedrijfsontwikkeling en innovatie.

continu

3.4.5
Werkende en werkbare digitale systemen

3.4.5.2
Een stabiele en functionele (regionale) keten van systemen.

2024-2025

3.4.6
Ruimtelijke initiatieven helder en duidelijk

3.4.6.1
We streven naar een goede dienstverlening door integrale beoordeling ruimtelijke initiatieven.

  afgerond

3.4.6.2
We zorgen voor een goede dienstverlening door het inrichten van een intake- en omgevingstafel.

afgerond

3.4.6.3
We richten het proces van vergunningverlening en vooroverleg opnieuw in naar de eisen van de Omgevingswet.

afgerond

Activiteiten 2025

Voor het bereiken van bovenstaande ambities gaan we het volgende doen in 2025.

3.4.1    Gezonde en kwalitatieve leefomgeving
3.4.1.1 De bodemkwaliteit wegen we integraal mee (aanvullingsspoor Bodem Omgevingswet).

Het aanvullingsspoor Bodem zorgt ervoor dat bodem en ondergrond een integraal onderdeel worden van de Omgevingswet. De nieuwe regels komen in de plaats van de bestaande regels voor het beheer van bodemkwaliteit (onder andere de Wet bodembescherming, het Besluit bodemkwaliteit en het Besluit uniforme saneringen). In 2025 verwachten wij de nieuwe regels op te stellen en af te ronden in samenwerking met de ODR. Zodra de regels klaar zijn kunnen ze worden opgenomen in het omgevingsplan.

3.4.1.2 Actualiseren Welstandsnota.

In de Woningwet is opgenomen dat bestaande en nieuwe bouwwerken niet in strijd mogen zijn met redelijke eisen van welstand. Om dit te kunnen beoordelen is er een Welstandsnota. Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden en daarmee vervallen de artikelen over welstand in de Woningwet. Voor de Welstandsnota geldt overgangsrecht. Deze beleidsregel blijft voorlopig gelden.
In het omgevingsplan kan de gemeente regels opnemen over het uiterlijk en de plaatsing van bouwwerken. De uitleg van de regels kan worden vastgelegd in beleidsregels. Om de stap te maken van Welstandsnota naar regels in het omgevingsplan en/of beleidsregels is het noodzakelijk om de huidige Welstandsnota te actualiseren en aan te passen conform de Omgevingswet.
In 2024 zijn de eerste stappen gezet (plan van aanpak en inhuur externe partij), zodat we in 2025 concreet aan de slag gaan om te komen tot beleidsregels over het uiterlijk van bouwwerken. Hierbij betrekken we de raad en er zal ook participatie plaatsvinden.

3.4.1.3 We hebben zorg voor een schone lucht (o.a. stookbeleid).

Door de invoering van de Omgevingswet is het niet langer toegestaan om in de openlucht hout te stoken. Deze verandering heeft echter geen invloed op het gebruik van kachels binnenshuis. De wijziging heeft grote gevolgen voor ondernemers in de gemeente die te maken hebben met boomziekten, omdat het zieke hout normaal gesproken direct verbrand moet worden. In overleg met de ODR en TCO werken we aan een nieuw stookbeleid, waarbij een flitsvergunning het mogelijk maakt om zieke bomen toch in de openlucht te verbranden. Naar verwachting wordt dit beleid eind 2024 vastgesteld zodat wij hier in 2025 uitvoering aan kunnen geven.

3.4.2    Omgaan met de schaarse ruimte
3.4.2.1 Keuzes maken welke functies wel/niet in het buitengebied

De gemeente heeft op verschillende beleidsvelden ambities en opgaven. Het grondgebied van de gemeente is te klein om al deze ambities en opgaven te realiseren. Daarom moeten wij als gemeente keuzes maken hoe we omgaan met de schaarse ruimte. Om deze keuzes te kunnen maken is een programma Buitengebied opgesteld. Dit programma wordt in het eerste kwartaal 2025 door het college vastgesteld. Het programma Buitengebied is één van de bouwstenen voor het opstellen van het omgevingsplan, deelgebied Buitengebied.

3.4.2.2. Regionaal samenwerken aan complexe opgaven

  • Regioarrangement en gebiedsprogramma's Fruitdelta Rivierenland

Het Rijk wil regie nemen in de ruimtelijke ordening en gaat een nieuwe nota Ruimte opstellen. Hiervoor heeft zij input nodig van de andere overheden. De provincies hebben opdracht gekregen om samen met de gemeenten en waterschappen de opgaven voor de periode tot 2030 - met een doorkijk naar 2050 - ruimtelijk te vertalen, in te passen en te combineren met de provinciale opgaven. De provincie Gelderland heeft per regio een regio-arrangement opgesteld. Zo ook voor de regio Rivierenland. Het regio-arrangement Fruitdelta Rivierenland is opgesteld samen met de regio, de gemeenten en het waterschap en is agenderend van aard.
In 2024 is een eerste aanzet opgesteld voor een plan van aanpak voor het opstellen van gebiedsprogramma's. Waarschijnlijk kunnen in 2025 de eerste stappen gezet worden voor het opstellen van twee gebiedsprogramma's in de regio. We zijn proactief betrokken bij dit proces om de belangen van de gemeente te waarborgen.

  • Vitaal Landelijk gebied Gelderland

Het Rijk heeft in het Nationaal programma Landelijk gebied ambities, doelen en opgaven opgenomen om de natuur te versterken, stikstofuitstoot te verminderen, waterkwaliteit te verbeteren en meer te doen tegen klimaatverandering. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is ruimte voor een duurzame en sterke landbouw. Het is aan de provincies om dit verder per gebied uit te werken.
De provincie Gelderland heeft de ambitie, doelen en opgaven per regio vertaald in het (ontwerp) programma Vitaal landelijk Gebied Gelderland (VLGG). Samen met het waterschap, gemeenten, maatschappelijke partners grondeigenaren en gebruikers wil ze opzoek naar oplossingen.
In 2024 is gebleken dat er minder financiële middelen beschikbaar zijn om de gewenste ambitie, doelen en opgaven in de provincie te behalen. Het is nog niet duidelijk wat dit betekent voor de besluitvorming van het VLGG en voor de benoemde opgaven. We zijn proactief betrokken bij dit de totstandkoming van het VLGG en de eventuele uitwerking ervan om de belangen van de gemeente te waarborgen.

  • Deelname aan de gebiedsagenda Fruitdelta Rivierenland  

De Fruitdelta Gebiedsagenda is een werkwijze om de complexe opgaven in onze regio integraal aan te kunnen pakken. Het is een samenwerking tussen ondernemers, organisaties, onderwijs / onderzoek, ondernemende inwoners en overheden. Door met elkaar in gesprek te blijven worden ieders belangen vroegtijdig herkend en ontwikkelen we gezamenlijk een oplossing. Op deze wijze worden de risico's, kosten en opbrengsten evenwichtig verdeeld. Ook hierbij zijn we proactief betrokken om de belangen van de gemeente te waarborgen.

3.4.2.3 De gemeente draagt als stakeholder bij aan een integrale afweging voor de drinkwaterreserveringsgebieden.

De gemeente neemt deel aan een ambtelijke begeleidingsgroep die op initiatief van Vitens is opgericht. Dit is een proces van jaren en loopt dus door in 2025. Komend jaar wordt de nota Reikwijdte en Detailniveau (NRD) opgesteld welke ter beoordeling wordt voorgelegd aan de klankbord- en begeleidingsgroep. Wanneer deze is afgerond wordt de MER-procedure (milieueffectrapportage) opgestart.

3.4.3    Planvorming en regels Omgevingswet op orde
3.4.3.1 Eén gemeentedekkend omgevingsplan in fases.

Als de omgevingsplansoftware zich blijft doorontwikkelen volgens planning kan het omgevingsplan Kernen in 2025 worden vastgesteld en kan een start worden gemaakt met het buitengebied. Te beginnen met een veld- en beleidsinventarisatie.

3.4.3.2 Juridische regels omzetten in ‘toepasbare regels’: gebruiksvriendelijk en leesbaar.

Synchroon aan het opstellen van de juridische regels van het omgevingsplan Kernen worden er toepasbare (machineleesbare) regels opgesteld. Zodra het omgevingsplan wordt vastgesteld zullen ook de toepasbare regels beschikbaar komen in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Bij elke omgevingsplanwijziging zullen toepasbare regels beschikbaar komen en bestaande regels aangepast worden. Uiteindelijk zal voor 2032 een complete set aan toepasbare regels ontstaan. De toepasbare regels die in gebruik zijn worden continue gemonitord door de ODR op werkbaarheid en bruikbaarheid.

3.4.3.4 We gaan bestaande regelgeving en (lokale) beleidsdoelen vertalen naar toepasbare regels in het omgevingsplan.

Veel gemeentelijke verordeningen bevatten regels over de fysieke leefomgeving. Deze regels moeten ook in het Omgevingsplan worden opgenomen. Voor het aanpassen en overzetten is een aanzienlijke capaciteitsinzet nodig. Omdat gemeentelijke verordeningen veelal de hele gemeente als werkingsgebied hebben is omzetting pas mogelijk als er één omgevingsplan is voor de hele gemeente. De periode tussen nu en 2032 moet gebruikt worden om deze verplichting, te weten het verhuizen van (gemeentelijke) regels naar het Omgevingsplan maar ook het toepasbaar maken van de regels, uit te kunnen voeren. Daarnaast is er (juridische) coördinatie nodig vanwege de afstemming in de volle breedte van regelgeving. Dus niet alleen (andere) gemeentelijke regelgeving, maar ook met de regelgeving van andere overheden. Deze coördinatie is een structurele en blijvende taak voor de gemeente. Vooruitlopend op vaste invulling van deze nieuwe functie hebben we in 2024 voor deze functie een tijdelijke kwartiermaker ingehuurd.

3.4.4    Nuchter natuur- en stikstofbeleid
3.4.4.1 Toekomstperspectief bieden voor agrariërs, met ruimte voor bedrijfsontwikkeling en innovatie

Stikstofreductie is opgegaan in het programma Vitaal Landelijk gebied Gelderland (VLGG) en is daarmee geen losstaand onderwerp meer.
We zijn proactief betrokken bij het VLGG om de belangen van de gemeente te waarborgen. Daarbij letten we onder andere op de gevolgen van het bepalen van de doelen voor de agrarische sector.

3.4.5    Werkende en werkbare digitale systemen
3.4.5.2 Een stabiele en functionele (regionale) keten van systemen

De landelijke standaarden voor het omgevingsplan en de omgevingsplansoftware moeten op onderdelen worden doorontwikkeld om een goed werkend systeem te realiseren. Dit zal nog wel enkele jaren in beslag nemen. In 2025 moet de omgevingsplansoftware zover klaar zijn dat we meerdere wijzigingen van het omgevingsplan tegelijk in procedure kunnen hebben. De ontwikkelingen en de implementatie ervan zullen op de voet worden gevolgd.

3.4.6    Ruimtelijke initiatieven helder en duidelijk
3.4.6.1 We streven naar een goede dienstverlening door integrale beoordeling ruimtelijke initiatieven.

Er zijn geen concrete activiteiten voor 2025 te benoemen. Onze werkwijze is per 1-1-25 definitief geïmplementeerd en daarmee is onze dienstverlening bij complexe nieuwe ruimtelijke initiatieven geborgd.

3.4.6.2 We zorgen voor een goede dienstverlening door het inrichten van een intake- en omgevingstafel.

Onze werkwijze is uiterlijk per 1-1-25 definitief geïmplementeerd en daarmee is onze dienstverlening bij complexe nieuwe ruimtelijke initiatieven geborgd.

3.4.6.3 We richten het proces van vergunningverlening en vooroverleg opnieuw in naar de eisen van de Omgevingswet.

Dit is in 2023 door de ODR ter hand genomen om bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1-1-2024 gesteld te staan.

Ontwikkelingen voor 2025

Voor dit programma zijn geen overige ontwikkelingen voor 2025.

Deze pagina is gebouwd op 11/18/2024 12:13:09 met de export van 11/18/2024 12:05:30