Overzicht op hoofdlijnen van de lokale heffingen
1. Onroerendezaakbelasting
De onroerendezaakbelasting (OZB) is veruit de voornaamste gemeentelijke belasting. De OZB bestaat uit een eigenarenbelasting bij woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting bij niet-woningen. De OZB is een algemene belasting en de opbrengst is bedoeld voor het dekken van de lasten van de gemeente. De grondslag voor de berekening van de OZB in 2025 is de WOZ-waarde per prijspeildatum van 1 januari 2024.
Voor het jaar 2025 is in ons bestaand beleid een stijging van de totale OZB opbrengst van afgerond 3% opgenomen. Dit op basis van besluiten die genomen zijn bij de begroting 2024.
In de eerste bestuursrapportage van 2024 is melding gemaakt van een eenmalige hogere stijging in 2025 (ten opzichte van 2024) voor niet-woningen. Dit vanwege te laag gehanteerde tarieven voor niet-woningen in 2024 waardoor de eigenaren en gebruikers van niet-woningen in 2024 een eenmalig voordeel hebben genoten. Deze eenmalige stijging van 10% voor niet-woningen is doorgevoerd in de begroting 2025.
Uw raad zal de OZB tarieven in december 2024 voor het jaar 2025 vaststellen, aangezien dan ook de WOZ waarden met waardepeildatum 1 januari 2024 bekend zijn.
Begroting | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|
Eigenaars woningen | 4.001.029 | 4.142.442 | 4.250.904 | 4.354.237 | 4.354.237 |
Eigenaars niet-woningen | 1.176.438 | 1.286.021 | 1.316.541 | 1.353.208 | 1.353.208 |
Gebruikers niet-woningen | 676.487 | 745.930 | 762.942 | 772.942 | 772.942 |
Totale heffing OZB | 5.853.954 | 6.174.393 | 6.330.387 | 6.480.387 | 6.480.387 |
2. Forensenbelasting
Forensenbelasting wordt geheven van eigenaren van zogenaamde tweede woningen zoals chalets op de campings. Deze belasting is bedoeld om eigenaren van deze tweede woningen mee te laten betalen aan de gemeenschapsvoorzieningen in onze gemeente. De gedachte hierachter is, dat de eigenaren van deze tweede woningen een groot deel van het jaar in onze gemeente zijn en daarom ook gebruik maken van de gemeenschapsvoorzieningen. De heffing geldt alleen voor chalets in eigendom van natuurlijke personen, die niet in de gemeente Neder-Betuwe wonen. Zij moeten meer dan negentig dagen per jaar de beschikking hebben over een (gemeubileerde) woning voor zichzelf of voor hun gezin. De aanslag wordt opgelegd aan de eigenaar van de woning. We zien een afname van deze opbrengst door verkoop of verhuur van chalets.
3. Verblijfsbelasting
Onder de naam 'verblijfsbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het overnachten binnen de gemeente op campings, in hotels, pensions, bed & breakfast en dergelijke tegen vergoeding in enige vorm. Verblijfsbelasting is een algemene belasting die een gemeente kan heffen. Deze belasting geldt alleen voor personen die verblijven in een gemeente waar zij niet zijn ingeschreven. De ondernemer die de overnachting mogelijk maakt houdt een nachtregister bij en ontvangt op basis daarvan jaarlijks de aanslag voor de verblijfsbelasting.
In de kadernota 2022-2025 was de opdracht opgenomen te onderzoeken hoe de opbrengst verhoogd kan worden. Hieruit is gebleken dat een verhoging van € 10.000 haalbaar geacht kan worden. Hiertoe is met ingang van 2023 het forfaitaire bedrag afgeschaft en is er in de eerste helft van 2023 een intensieve controle op de nachtverblijf verschaffende ondernemers uitgevoerd door Legitiem. Uit de opbrengstprognose voor belastingjaar 2023 is gebleken dat er een meeropbrengst van afgerond € 25.000 gerealiseerd wordt. Deze budgetbijstelling zal structureel opgenomen worden in de tweede bestuursrappportage 2024 en is daarom in deze begroting nog niet zichtbaar.
De toenemende inschrijvingen in de BRP door arbeidsmigranten bemoeilijken de voorgenomen meeropbrengst maar de inschrijvingen leveren daarentegen wel een vergoeding op in de algemene uitkering gemeentefonds.
4. Hondenbelasting
Onder de naam hondenbelasting wordt op basis van artikel 226 van de Gemeentewet een directe belasting geheven voor het aantal honden dat iemand houdt binnen de gemeente. Er worden verschillende tarieven gehanteerd voor de eerste hond, de tweede en volgende honden en voor kennels. Jaarlijks wordt er een controle uitgevoerd op de aangifte van aanwezige honden.
5. Rioolheffing
Onder de naam rioolheffing wordt een recht geheven van de eigenaar van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. De belasting wordt geheven met een vast bedrag per perceel. De rioolheffingen (inkomsten) moeten 100% kostendekkend en in balans zijn met de uitgaven. De heffing wordt jaarlijks bij de vaststelling van het tarief geïndexeerd op basis van de consumentenindex volgens het CBS.
Met de vaststelling van het Programma Riolering en Water (PRW) in september 2023 heeft de raad besloten om vanaf 2024 een grondslag voor de riool- en waterzorgheffing te hanteren die bijdraagt aan het versterken van bewustzijn omtrent duurzaam leven. Het voornemen is met ingang van 2025 over te gaan naar een heffing bestaande uit een vast bedrag per perceel gecombineerd met een heffing naar waterverbruik voor objecten met een waterverbruik van meer dan 500m3.
De nieuwe grondslag en tariefstaffels worden momenteel uitgewerkt tot een conceptverordening. Deze verordening ligt eind 2024 aan uw raad ter vaststelling voor. Parallel daaraan start de aanpassing van de administratie om de inning volgens de nieuwe grondslag per 1 januari 2025 mogelijk te maken.
Berekening kostendekkendheid rioolheffing 2025 | |
Totaal opbrengsten (rechten) | 2.436.265 |
---|---|
Totaal kosten | 2.436.265 |
Dekkingspercentage | 100% |
6. Afvalstoffenheffing
Afvalstoffenheffing wordt geheven van huishoudens in de gemeente Neder-Betuwe die hun huishoudelijke afval moeten inzamelen, omdat hun perceel valt onder de Wet milieubeheer. De heffing geldt per perceel. De inzameling van huishoudelijke afvalstoffen, het vaststellen van de tarieven en het innen van de heffing wordt uitgevoerd op regionaal niveau (Avri / Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR)).
Afvalstoffenheffing | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|
Basistarief (voor iedereen gelijk) | 318,00 | 341,00 | 364,00 | 386,00 | 399,00 |
Per extra grijze container | 50,00 | 50,00 | 50,00 | 50,00 | 50,00 |
Variabel tarief (per keer) | |||||
- grijze container 140 liter | 4,67 | 4,67 | 4,67 | 4,67 | 4,67 |
- grijze container 240 liter | 8,00 | 8,00 | 8,00 | 8,00 | 8,00 |
- gft-container (140 en 240 liter) | gratis | gratis | gratis | gratis | gratis |
- papiercontainer (140 en 240 liter) | gratis | gratis | gratis | gratis | gratis |
- variabel tarief aanbieding 30ltr (hoogbouw) | 0,80 | 0,80 | 0,80 | 0,80 | 0,80 |
- variabel tarief aanbeiding 30ltr (laagbouw) | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,00 |
- container (140 en 240 liter) en zakken voor plastic verpakkingen en drinkpakken | gratis | gratis | gratis | gratis | gratis |
- brengcontainers voor glas en blik, papier, textiel | gratis | gratis | gratis | gratis | gratis |
- milieubox | gratis | gratis | gratis | gratis | gratis |
- restafval op milieustraat per huisvuilzak (60 liter) | 2,40 | 2,40 | 2,40 | 2,40 | 2,40 |
- voorrijtarief voor aan huis ophalen van grof huishoudelijk afval | € 20,- | 20,00 | 20,00 | 20,00 | 20,00 |
- een containerwisseling van 240 liter grijze container naar een 140 liter grijze container is gratis. Alle andere containerwisselingen, per container (via factuur) | 35,00 | 35,00 | 35,00 | 35,00 | 35,00 |
Gemiddelde tarief afvalstofheffing per betalende huisaansluiting* | 343,00 | 366,00 | 387,00 | 409,00 | 422,00 |
* Bron: concept AVRI begroting 2025 en meerjarenraming tm 2028 | |||||
* Basis- en variabel tarief vanaf 2024-2028 o.b.v. de tarieven 2025 worden eind 2024 vastgesteld. |
7. Lijkbezorgingsrechten
Op basis van een verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de algemene begraafplaatsen en voor gemeentelijke diensten, die daarmee samenhangen. De aanvrager, gebruiker of begunstigde betaalt de rechten. Het Beleids- en beheerplan begraafplaatsen 2022 -2025 heeft geleid tot een toekomstbestendig begraafplaatsenbeleid.
Berekening kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten 2025 | |
Totaal opbrengsten (rechten) | 348.382 |
---|---|
Totaal kosten | 377.480 |
Dekkingspercentage | 92% |
8. Marktgelden
Onder de naam marktgelden wordt een recht voor een marktstandplaats geheven, zoals bedoeld in de marktgeldverordening. Daaronder vallen ook de diensten, die de gemeente hiervoor verleent. Het recht wordt geheven aan de houder van de marktstandplaats.
Berekening kostendekkendheid marktgelden per 2025 | |
Totaal opbrengsten (rechten) | 3.629 |
---|---|
Totaal kosten | 5.240 |
Dekkingspercentage | 69% |
9. Leges
De naam leges staat voor veel verschillende rechten voor diensten door het gemeentebestuur. De aanvrager of degene voor wie de dienst is verleend, betaalt.
Uitgangspunt is dat de tarieven voor leges kostendekkend zijn, tenzij ze wettelijk zijn gemaximeerd of er een politieke keuze is gemaakt om ze lager vast te stellen.
In december 2024 worden de tarieven voor de Legesverordening 2025 vastgesteld. De kostendekkendheid van de leges over het belastingjaar 2025 per titel van de legesverordening is zoals onderstaand weergegeven vastgesteld. De tarieven van 2025 zijn met 2,2% geïndexeerd (met uitzondering van de wettelijke tarieven en enkele uitzonderingen). De leges zijn niet 100% kostendekkend. Dit heeft de maken met maximum tarieven die wettelijk zijn vastgesteld, zoals bij reisdocumenten en rijbewijzen of met gemaakte politieke keuzes zoals bijvoorbeeld bij de marktgelden.
Recapitulatie kostendekkendheid leges 2025 gemeente Neder-Betuwe | ||||
Totale kosten x € 1.000 | Opbrengsten x € 1.000 | Kostendekkend- | ||
Totaal | 2.396 | 1.859 | 78% | |
Hoofdstuk 1 | Algemene dienstverlening | 1.072 | 852 | 79% |
Paragraaf 1.1 | Burgerlijke stand | 289 | 228 | 79% |
Paragraaf 1.2 | Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart | 321 | 303 | 95% |
Paragraaf 1.3 | Rijbewijzen | 124 | 128 | 103% |
Paragraaf 1.4 | Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens | 15 | 3 | 18% |
Paragraaf 1.7 | Overige publiekszaken | 36 | 17 | 49% |
Paragraaf 1.9 | Bijzondere wetten | 288 | 173 | 60% |
Hoofdstuk 2 | Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning | 1.285 | 984 | 77% |
Paragraaf 2.2 | Voorfase | 289 | 68 | 23% |
Paragraaf 2.3 | Activiteiten met betrekking tot bouwwerken | 435 | 439 | 101% |
Paragraaf 2.4 | Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed | 11 | 23 | 211% |
Paragraaf 2.5 | Milieubelastende activiteiten | 262 | 269 | 103% |
Paragraaf 2.6 | Lozingsactiviteiten | 37 | 14 | 37% |
Paragraaf 2.7 | Aanlegactiviteiten | 2 | 2 | 97% |
Paragraaf 2.8 | Overige activiteiten | 11 | 2 | 21% |
Paragraaf 2.9 | Maatwerkvoorschriften | 9 | 10 | 103% |
Paragraaf 2.11 | Overige tarieven | 93 | 80 | 86% |
Paragraaf 2.12 | Modaliteiten | 128 | 78 | 61% |
Paragraaf 2.13 | Vermindering | 8 | 0% | |
Hoofdstuk 3 | Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2 | 39 | 23 | 60% |
Paragraaf 3.1 | Horeca | 19 | 11 | 59% |
Paragraaf 3.4 | Organiseren evenement of markt | 4 | 2 | 58% |
Paragraaf 3.5 | Standplaatsen | 10 | 6 | 59% |
Paragraaf 3.7 | In dit hoofdstuk niet benoemd besluit | 5 | 3 | 63% |