Nieuw beleid, ontwikkelingen, ambities en heroverwegingen
In deze begroting wordt onder programma 5 Wmo, jeugdzorg en participatie voor nieuw beleid, ontwikkelingen, ambities en heroverwegingen voor 2025 € 1.524.000, voor 2026 € 1.138.000, voor 2027 € 1.144.000 en voor 2028 € 1.014.000 aan lasten toegevoegd.
Voor 2025 wordt er € 86.000 en vanaf 2026 € 101.000 meer aan baten toegevoegd aan dit programma.
Een specificatie van de lasten en baten voor nieuw beleid, ontwikkelingen, ambities en heroverwegingen wordt hieronder weergegeven op niveau van taakveld.
Actualisatie urencalculaties en kostendekkendheid leges met effecten voor alle taakvelden die onder dit programma vallen (nadeel structureel € 220.000)
Het effect voor dit programma van deze twee onderwerpen bedraagt structureel € 220.000 nadelig. Voor een overzicht van het totale effect over alle programma’s verwijzen wij naar het onderdeel uiteenzetting van de financiële begroting en dan specifiek de toelichting op het onderdeel nieuw beleid, ontwikkelingen, ambities en heroverwegingen van de financiële begroting.
Meicirculaire 2024 (nadeel structureel € 862.000 voor 2025, € 153.000 voor 2026, € 160.000 voor 2027, € 161.000 voor 2028)
De toename van het budget voor 2025 wordt voornamelijk veroorzaakt door het afboeken van de stelpost te realiseren bezuiniging op de jeugdbudgetten voor het jaar 2025 (€ 700.00). Daarnaast zijn er middelen beschikbaar gesteld door het Rijk via de Algemene uitkering. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij u naar de raadsinformatiebrief (Z/24/101421/223107) over de meicirculaire 2024. De nadelen onder programma 5 dient u in relatie te zien met de voordelen benoemd onder programma Algemene dekkingsmiddelen, taakveld Algemene Uitkering.
Taakveld Samenkracht en burgerparticipatie (voordeel structureel € 84.000 voor 2025, € 74.000 voor 2026, € 65.000 voor 2027 en € 65.000 voor 2028)
Bekostiging projectleider sociaal domein (voordeel structureel € 96.000)
De uitbreiding formatie projectleider Sociaal Domein vermeld onder programma algemene dekkingsmiddelen, taakveld 0.4 Overhead zal primair gedekt/bekostigd worden vanuit budgetten die de gemeente in de toekomst ontvangt (m.n. rijksmiddelen) dan wel die de raad beschikbaar stelt voor een specifiek project. In 2025 kan hiervoor gebruik worden gemaakt van rijksmiddelen t.b.v. de opvang van Oekraïense ontheemden. Vanaf 2026 is hiervoor een stelpost opgenomen.
Vervanging vervoersbussen (nadeel structureel € 10.000 voor 2026, € 19.000 voor 2027 en € 19.000 voor 2028)
De vervoersbussen Klaartje en Swobrik komen voor vervanging in aanmerking. Op basis van “Nadere regel subsidie vervanging buurtbus “Klaartje” en “Swobrik” 2019” is een subsidie verleend. In de regeling is sprake van vervanging na 6 jaar. Dit betekent dat in 2025 en 2026 beide bussen voor vervanging in aanmerking komen. Hiervoor wordt u gevraagd een investeringsbudget van € 55.000 per bus beschikbaar te stellen. Conform wet- en regelgeving (BBV) dienen deze bijdragen aan activa in eigendom van derden te worden geactiveerd. Hierdoor ontstaan er structurele kapitaallasten in de begroting voor afschrijving en rente.
Toezicht en handhaving kinderopvang (nadeel structureel € 12.000)
Volgens de IV3 richtlijnen moeten de baten en lasten voor het toezicht op de kinderopvang worden verantwoord onder taakveld Samenkracht en burgerparticipatie, binnen programma 5. Voorheen stonden deze lasten en baten onder taakveld Onderwijsbeleid en leerlingzaken, binnen programma 6. Deze verschuiving ziet u hier budgettair neutraal verwerkt en dient u in relatie te zien met het voordeel onder programma 6, taakveld Onderwijsbeleid en leerlingzaken.
Taakveld Toegang en eerstelijnsvoorzieningen Jeugd (nadeel structureel € 40.000)
Verhogen subsidiebudget prevent ief
Binnen onze gemeente vinden we het belangrijk dat iedereen mee kan doen, is er aandacht voor de mentale gezondheid van onze jeugdigen en zetten we in op normaliseren. Om dit te bereiken is het van belang dat er een laagdrempelig, collectief en preventief aanbod beschikbaar is voor onze inwoners. Investeren in preventief jeugdbeleid wordt daarnaast onderstreept door de Hervormingsagenda Jeugd en sluit naadloos aan op onze Nota Sociaal Domein. Op dit moment worden er een aantal succesvolle initiatieven in het kader van preventief jeugdbeleid met incidentele middelen bekostigd. Om dit te continueren en om in te kunnen spelen op lokale behoeften is een verhoging van het subsidiebudget essentieel.
Taakveld Toegang en eerstelijnsvoorzieningen Integraal (nadeel structureel € 44.000)
Samenwerkingsovereenkomst Sociaal Domein
De acht gemeenten in de regio Rivierenland sluiten een samenwerkingsovereenkomst Sociaal Domein. De reeds bestaande samenwerking tussen de gemeenten op diverse opgaven binnen het Sociaal Domein (Jeugwet, Wmo, IZA/GALA, etc.) wordt hiermee bestendigd. Er komt meer overzicht en structuur in de diverse ambtelijke en bestuurlijke gremia en er komt meer inzicht en grip op de kosten van de samenwerking. Er komt een jaarlijks uitvoeringsprogramma met bijbehorend budget, waarmee op voorhand keuzes gemaakt kunnen worden op welke opgaven men zich wil gaan richten en welke ambtelijke capaciteit en kosten daarbij horen.
Op 1 juli 2023 is opnieuw een DVO afgesloten met de Regio Rivierenland, waar de gemeenten Maasdriel en Zaltbommel ook gedeeltelijk aan deelnemen. De structureel extra benodigde middelen bestaan uit een structurele correctie van de overhead (€ 15.000) en de inzet van de functies van programmamanager en -secretaris (€ 29.000).
Taakveld Inkomensregelingen (nadeel structureel € 166.000 voor 2025, € 490.000 voor 2026, vanaf 2027 € 400.000)
Toekomstbestendige uitvoering Participatiewet en Schuldhulpverlening
In de kadernota 2025 bent u geïnformeerd over toekomstige uitvoering en de toename van de kosten van de Participatiewet en Schuldhulpverlening. Het voorkeursscenario is om de uitvoering van de Participatiewet onder te brengen bij GR Werkzaak en Schuldhulpverlening in eigen beheer uit te voeren. Deze nieuwe situatie zal dan vanaf 2026 gaan gelden. De huidige samenwerking met gemeente Buren zal in het jaar 2025 worden voortgezet. Hiervoor zijn incidenteel extra middelen (€ 90.000) noodzakelijk. Er zal een addendum op de huidige dienstverleningsovereenkomst ten grondslag liggen aan deze verstrekking, waarin voorwaarden worden gesteld ten aanzien van de kwaliteit van dienstverlening en samenwerking. De verwachting is dat in ieder scenario de uitvoeringskosten voor de Participatiewet zullen stijgen, hiervoor is een richtbedrag opgenomen van structureel € 400.000 vanaf 2026.
Inmiddels zijn de in de kadernota opgenomen PM-posten voor de implementatie verder uitgewerkt. Om het genoemde voorkeursscenario uit te werken en de implementatie daarvan voor te bereiden gaan we uit van een benodigd budget van € 25.000 in 2024, € 76.000 voor 2025 en € 90.000 in 2026 voor procesbegeleiding en incidentele kosten Werkzaak. Eventuele frictiekosten zijn op dit moment nog niet te kwantificeren. Dit zal bij de nadere uitwerking van het scenario verder duidelijk worden. De benodigde middelen voor 2024 worden in de 2e bestuursrapportage van 2024 verwerkt.
Taakveld Arbeidsparticipatie (nadeel incidenteel € 91.000 voor 2025, 2026 en 2027, vanaf 2028 nadeel structureel € 74.000)
Inburgering
De gemeente Neder-Betuwe heeft, in samenwerking met vier andere gemeenten in de regio, de
Gemeenschappelijke Regeling Regio Rivierland belast met de uitvoering van de Wet Inburgering 2021. Op regionaal niveau is een nieuwe dienstverleningsovereenkomst opgesteld voor de uitvoering van deze wet. De kosten voor de uitvoering van de Wet Inburgering 2021 zullen structureel stijgen met € 74.000 in de nieuwe overeenkomst ten opzichte van de huidige. Deze stijging is het gevolg van met name het hogere aantal statushouders en gezinsmigranten, wat resulteert in een toename van de benodigde personeelsformatie en dus ook de uitvoeringskosten.
Daarnaast is er incidenteel voor de jaren 2025 - 2027 een bedrag van € 17.000 noodzakelijk voor VluchtelingenWerk Nederland voor de Juridische ondersteuning bij gezinshereniging en procedures. Statushouders die reeds in Nederland verblijven, kunnen te maken krijgen met ingewikkelde juridische procedures, zoals gezinshereniging of verblijfsrecht. Goede begeleiding is hierbij belangrijk. Men is vaak onvoldoende op de hoogte van de relevante wet- en regelgeving en beheerst het Nederlands (nog) niet voldoende om complexe juridische procedures bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) te doorlopen. Voorlichting, ondersteuning en advies zorgen ervoor dat zij op de juiste manier deze procedures doorlopen en zich goed kunnen richten op het integratieproces.
Taakveld Jeugdhulp met verblijf regionaal (nadeel structureel € 38.000)
Mobile brigade en integrale zorg
Zowel op landelijk als regionaal niveau werken we aan de ambitie “geen kinderen in de jeugdzorg plus na 2030”. Om dit mogelijk te maken kopen we als gezamenlijke Gelderse jeugdhulpregio’s (de G7) zogenoemde essentiële functies in. De zorgvormen binnen de essentiële functies zijn schaars. Door de afbouw van de jeugdzorgplus, zal deze schaarste de komende jaren toenemen. We gaan daarom aan de slag met het verbeteren van de beschikbaarheid en kwaliteit van deze zorgvormen. De inkoop van de essentiële functies moet per 1 januari 2025 rond zijn. De kosten voor deze vormen van individuele, specialistische en daarmee dure zorg zijn lastig te voorspellen. Het plan voor deze essentiële functies bevat twee onderdelen waarvan we nu al weten dat deze kosten met zich meebrengen. Dit zijn de opzet van een mobile brigade (een team dat actief en snel handelt en alles inzet wat nodig is voor het voorkomen van een onvrijwillige overplaatsing) en de realisatie van integrale hoog specialistische zorg (het samenvoegen van expertise, ervaring, vaardigheden en houding vanuit de verschillende disciplines). Beide zaken dragen bij aan het realiseren van de ambitie om de jeugdzorg plus af te bouwen.
Taakveld Volksgezondheid (nadeel incidenteel € 62.000 voor 2025, € 35.000 voor 2026 en € 114.000 voor 2027)
Opgroeien in een kansrijke omgeving (voorheen IJslands model)
In 2024 is gestart met de aanpak Opgroeien in Kansrijke omgeving (OKO). In deze meerjarige, preventieve aanpak, beogen we met omgevingsfactoren jongeren ervan te weerhouden toe te grijpen naar alcohol- en middelgebruik. In de kadernota 2024 zijn middelen aan uw raad gevraagd en toegekend voor deze aanpak. De kosteninschatting zoals opgesteld in de kadernota van 2024 was op basis van beperkte informatie met nog enkele PM-posten. Bij de Begroting 2024 (vanuit de kadernota 2024) zijn er middelen toegekend voor 2024 (€ 105.000), 2025 (€ 68.500) en 2026 (€ 68.500). Inmiddels is duidelijk welke middelen er noodzakelijk zijn in de komende jaren voor het voortzetten van de OKO-aanpak. Hierbij zijn begrotingen van andere OKO-gemeenten als uitgangspunt genomen. Dit resulteert in extra benodigde middelen voor de jaren 2025 t/m 2027.
Verplichte aanpassing taakvelden vanaf 2025 (budgettair neutraal)
Vanaf 2023 geldt voor gemeenten een verfijnde administratieve indeling voor Jeugd en WMO (volgens de zogeheten IV3-indeling). De begroting 2023 is destijds aangepast op deze verfijning waarbij de ramingen zijn verdeeld over de nieuwe indeling/taakvelden. Deze wijziging heeft echter tot knelpunten geleid bij gemeenten. Daarom hebben VWS, BZK en de VNG gewerkt aan een (verplichte) aangepaste indeling Jeugd en WMO per 2025. Dit resulteert wederom in een wijziging binnen programma 5 van het aantal taakvelden waarop de uitgaven geraamd en verantwoord moeten worden. Het doel hiervan is dat afspraken uit de Hervormingsagenda Jeugd gemonitord kunnen worden en er een betere aansluiting met andere databronnen, en in de toekomst ook met het berichtenverkeer, gemaakt kan worden. De bestaande budgetten op de ''oude taakvelden'' zijn in de begroting 2025 verdeeld over nieuwe taakvelden. Het betreft een budgettair-neutrale administratieve verwerking. Om die reden worden de verschuivingen over de taakvelden niet nader toegelicht onder de 3W-vraag (wat mag het kosten). Door de wijzigingen op de taakvelden in de afgelopen jaren, en de verdeling van de budgetten daarover, is er geen of nauwelijks nog een vergelijkbaarheid op de uitgaven over afgelopen jaren op taakveld niveau.